VIEREN
Liturgie
Sacramenten
Manifestaties
Terug naar de beginpagina
      De ROOMS-
KATHOLIEKE KERK

Het Pausschap
- Organen
- Attributen
- Gunstbewijzen
De Heilige Stoel
- Romeinse Curie
- Diplomatie
Paus Franciscus
- Eerdere pausen
- Sede Vacante
Bisdom Rome
Vaticaanstad
Kerkorganisatie
- Collegiale organen
Religieuze
gemeenschappen

Lekenorganisaties

     De Oosterse
Katholieke Kerken


Gastenboek
Over deze site
Links
Home > Rooms-Kath. Kerk > De kerkelijke hiërarchie

Kerkorganisatie

INLEIDING


In de Rooms-Katholieke Kerk worden de herderlijke en bestuurlijke ambten toegekend aan personen wier roeping door een wijding bevestigd is

De Rooms-Katholieke Kerk is een gemeenschap van mensen die rondom haar ambtsdragers wil leven in navolging van Christus. De Kerk wil dus geen abstract, onpersoonlijk of bureaucratisch instituut zijn, maar een netwerk waarin concrete personen en mensen centraal staan.


Paus Franciscus temidden van enthousiaste gelovigen
Paus Franciscus temidden van enthousiaste gelovigen
(foto: CNS photo/Stefano Rellandini, Reuters)


Tegelijk weet de Kerk dat een goede organisatie ook belangrijk is voor het kerkelijke en geestelijke leven van de gelovigen en daarmee ook voor de dienst aan God. Het bewaren van het evenwicht tussen personen en structuren is daarom een belangrijke taak van al diegenen die in de Kerk leiding geven.


Structuur

In de Katholieke Kerk bestaan er twee basishiërarchiën: de wijdingshiërarchie (Lat.: hierarchia ordinis) en de bestuurshiërarchie (Lat.: hierarchia jurisdictionis). Daarnaast is er nog de protocollaire hiërarchie die de rangorde en de voorrang van de diverse ambtsdragers aangeeft. Het woord hiërarchie komt van het Griekse hiera archè, dat heilige orde betekent.


Wijdingshiërarchie

De wijdingshiërarchie (Lat.: hierarchia ordinis) wordt van goddelijk recht genoemd omdat die teruggaat op de wijdingsmacht (Lat.: potestas ordinis) die door Christus aan de apostelen is verleend.

De Rooms-katholieke Kerk kent de volgende wijdingen:

- De Bisschopswijding
- De Priesterwijding
- De Diakenwijding

Iedereen die door wijding tot diaken, priester of bisschop tot de geestelijkheid behoort, maakt deel uit van de wijdingshiërarchie. Deze plaats en wijding zijn in de eerste plaats een geestelijke zaak. Functionele taken vloeien er niet direct uit voort. Daarvoor moet een gewijd persoon eerst worden opgenomen in de bestuurshiërarchie.


Bestuurshiërarchie

De bestuurshiërarchie (Lat.: hierarchia jurisdictionis) is een nadere en meer concrete uitwerking van de wijdingshiërarchie. Met het groter worden van de Kerk nam het aantal ambten en taken toe en deze kregen geleidelijk aan een rangorde zoals die in de bestuurshiërarchie tot uitdrukking komt. Deze bestuurshiërarchie is dus van historische en niet van goddelijke oorsprong.

De bestuurshiërarchie en de wijdingshiërarchie zijn nauw met elkaar verweven, maar vallen niet volledig samen. Er wordt gestreefd naar een zo volledig mogelijke koppeling tussen de wijdingshiërarchie en de jurisdictie van de bestuurshiërarchie, maar om uiteenlopende redenen is dat niet volledig haalbaar gebleken.


Erefuncties

Als hoogste blijk van waardering kan de Paus aan verdienstelijke priesters en bisschoppen verschillende kerkelijke erefuncties toekennen: bisschoppen kunnen tot kardinaal worden verheven en priesters kunnen in aanmerking komen voor de titels van Apostolisch Protonotaris, Ereprelaat of Erekapelaan.

Priesters en bisschoppen komen daarentegen niet in aanmerking voor de pauselijke ridderorden of de pauselijke onderscheidingen.


Collegiale organen

De hiërarchische structuur van de Kerk is opgebouwd uit ambtsdragers, die als eenhoofdige organen fungeren. Daarnaast zijn er ook diverse zogeheten collegiale organen waarin deze individuele ambtsdragers hun bevoegdheden op gezamelijke, collegiale wijze uitoefenen.

De Rooms-Katholieke Kerk kent de volgende collegiale organen:



Lekenfuncties

Naast de ambten die vervuld worden door personen die een wijding hebben ontvangen, zijn er in de Rooms-Katholieke Kerk ook functies die vervuld worden door niet-gewijde personen, de zogeheten leken. Het gaat hier om de functies van pastoraal werker en van catechist. Omdat voor deze functies geen wijding vereist is, kunnen zij zowel door mannen als door vrouwen vervuld worden en eveneens door personen die gehuwd zijn.


Ten Vaticane

Binnen de Romeinse curie worden de zaken met betrekking tot bisschoppen geregeld door de Congregatie voor de Bisschoppen en de zaken met betrekking tot priesters door de Congregatie voor de Clerus.



Home > Rooms-Kath. Kerk > De hiërarchie - naar boven
RANGORDE


Personen die tot diaken, priester of bisschop gewijd zijn komen in aanmerking voor de volgende kerkelijke ambten, die hier in de protocollaire volgorde van hoog naar laag worden opgesomd. Hierin zijn ook de verschillende erefuncties en titulaire ambten opgenomen.


Ambten voor tot bisschop gewijde personen:

- Paus

- Kardinalen:
- Kardinaal-bisschoppen:
      - Kardinalen van de Rooms-Katholieke Kerk
      - Kardinalen van de Oosterse Katholieke Kerken
- Kardinaal-priesters
- Kardinaal-diakens

- Patriarchen

- Aartsbisschoppen:
- Grootaartsbisschoppen
- Primaten
- Residerende Aartsbisschoppen
- Titulaire Aartsbisschoppen

- Bisschoppen:
- Residerende Bisschoppen
- Titulaire Bisschoppen

- Lagere Prelaten:
- Prelaten Nullius
- Abten Nullius
- Abten
- Apostolische Exarchen
- Apostolische Vicarissen
- Apostolische Prefecten
- Apostolische Administratoren
- Ordinarissen van Personele Ordinariaten
- Prelaten van Personele Prelaturen

Ambten voor tot priester gewijde personen:

- Monsignori:
- Apostolische Protonotarissen:
      - De Numero
      - Supernumerarii

- Oversten en Proosten

- Kanunniken

- Monsignori:

- Vicarissen:
- Vicarissen-Generaal
- Bisschoppelijke Vicarissen

- Aartspriesters

- Dekens

- Pastoors en Rectors

- Kapelaans


Ambten voor tot diaken gewijde personen:



Deze international geldende rangorde is vastgesteld op het Weense Congres van 1815 en is tot op de dag van vandaag van kracht.


Home > Rooms-Kath. Kerk > De hiërarchie - naar boven
PATRIARCH


Patriarch is een eretitel die vanouds toekomt aan enkele van de oudste en belangrijkste bisschopszetels. Voor het overige is de positie van een patriarch vergelijkbaar met die van een aartsbisschop.

De westerse Rooms-Katholieke Kerk kent tegenwoordig nog maar drie Patriarchen: die van Jeruzalem, Venetië en Lissabon. Hun kathedraal voert de eretitel patriarchale basiliek.

In de Oosterse Katholieke Kerken en de Oosterse Orthodoxe Kerken komt de titel patriarch veel vaker voor omdat deze daar doorgaans het hoofd van een nationale kerk of een specifieke ritus is.


Z.Z. Fouad Twal, de Latijnse patriarch
van Jeruzalem in liturgische kledij
(foto: www.lpj.org)


Kledij en attributen

Een patriarch voert dezelfde attributen als een aartsbisschop, namelijk een kromstaf, een ring, een borstkruis en het pallium.

De patriarchen van Venetië en Lissabon mogen als onderdeel van de koorkledij een rode bonnet met rode pompoen dragen, dit voor zover zij geen kardinaal zijn, want die mogen geen pompoen op hun bonnet hebben. Dit is het enige kledingstuk dat deze patriarchen van aartsbisschoppen onderscheidt, die laatsten dragen immers een paarse bonnet.


Titulatuur

- Adressering: Zijne Zaligheid [naam]
- Aanhef: Zaligheid
- Aanspreektitel:


Heraldiek

Een patriarch mag net als een aartsbisschop achter zijn wapenschild een twee-armig processiekruis plaatsen en net als alle bisschoppen boven het schild een groene prelatenhoed voeren, die ter aanduiding van zijn eigen rang aan weerszijden voorzien mag zijn van telkens 15 en dus in totaal 30 groene kwasten.


Oorsprong en ontwikkeling

Oorspronkelijk was een patriarchaat een door Petrus zelf gestichte bisschopszetel: Rome, Antiochië en het door zijn leerling Marcus gestichte Alexandrië. De patriarch had de zeggenschap over de aartsbisschoppen in zijn gebied. Nog in de Oudheid werden ook Jeruzalem en Constantinopel en het in Italië gelegen Byzantijnse centrum Aquileia tot patriarchaat verheven. Deze laatste titel ging in 1451 over op de aartsbisschop van Venetië.

Na het schisma van 1054 werden in het Westen nieuwe patriarchaten opgericht. Deze patriarchaten waren echter ondergeschikt aan de Paus als patriarch van Rome en zijn daarmee niet veel meer dan titulaire erefuncties. Zo werd in 1716 de aartsbisschop van Lissabon verheven tot patriarch voor de West-Indiën, terwijl de (eveneens Portugese) aartsbisschop van de kolonie Goa in 1886 werd verheven tot patriarch van de Oost-Indiën.

De titel van Patriarch van West-Indië werd in 1963 opgeheven en hetzelfde gebeurde in 1964 met de titels van Latijns Patriarch van Antiochië, van Alexandrië en van Constantinopel. Tenslotte deed paus Benedictus XVI in 2006 afstand van de titel Patriarch van het Westen.


Links en bronnen
- Catholic Encyclopedia: Patriarch and Patriarchate (1911) US
- Over de bonnet: Beretta IT
- Oude foto's van hoge prelaten: The Far Sight US

Home > Rooms-Kath. Kerk > De hiërarchie - naar boven
AARTSBISSCHOP


Aartsbisschoppen zijn bisschoppen op een belangrijke en vaak oude zetel, die een coördinerende rol hebben voor de bisschoppen in hun omgeving. De bisschoppen en bisdommen onder hun gezag vormen samen een kerkprovincie. In 2013 telde de Kerk ca. 550 aartsbisschoppen.



De aartsbisschop van Freiburg, Stephan Burger, in liturgische kledij,
met mijter, ring, borstkruis, kromstaf en het pallium.
(foto: Brigitte Chymo/Südkurier)


Metropoliet

De meeste aartsbisschoppen zijn tevens metropoliet, dat wil zeggen dat zij aan het hoofd staan van een kerkprovincie, bestaande uit meerdere zogeheten suffragaanbisdommen. De bevoegdheden van een metropoliet zijn echter beperkt. Het onderscheidende uiterlijke kenteken van een metropoliet is het pallium.

Aartsbisschoppen die geen metropoliet zijn, zijn bijvoorbeeld die van Luxemburg en Vaduz, aangezien Luxemburg, resp. Liechtenstein uit slechts één aartsbisdom bestaat.


Primaat

In Europese landen waar meerdere aartsbisdommen zijn, voert de aartsbisschop op de oudste zetel de eretitel primaat. Zo is bijvoorbeeld de aartsbisschop van Toledo de primaat van Spanje en de aartsbisschop van Gniezno de primaat van Polen.

De primaat van Duitsland (Lat.: Primas Germaniae) is echter de aartsbisschop van het Oostenrijkse Salzburg. Hoewel België slechts één aartsbisdom omvat, voert de aartsbisschop van Mechelen-Brussel toch de eretitel primaat van België.


Grootaartsbisschop

Grootaartsbisschop (Lat.: archiepiscopus maior) is een ambt dat alleen in de Oosterse Katholieke Kerken voorkomt. In vier van deze Kerken kiest de bisschoppensynode een grootaartsbisschop als hoofd, die voor zijn intronisatie bevestiging van de kerkelijke gemeenschap (Lat.: ecclesiastica communio) van de Paus moet verkrijgen.

Een grootaartsbisschop komt in rang boven een primaat-aartsbisschop, maar onder een patriarch, al worden grootaartsbisschoppen in hun eigen Kerken ook wel als patriarch aangesproken. Vanuit het Vaticaan wordt deze titel echter vermeden om de Orthodoxe Kerken geen aanstoot te geven.


Titulair aartsbisschop

Bisschoppen die geen eigen bisdom besturen kunnen worden benoemd tot titulair aartsbisschop van een niet meer bestaand aartsbisdom. Omdat deze vaak liggen in gebieden waar het Christendom verdwenen is, werden titulaire aartsbisschoppen vroeger aangeduid als aartsbisschop "in het gebied der ongelovigen" (Lat.: in partis infidelium, afgekort i.p.i.).

Tot titulair aartsbisschop worden benoemd: nuntii, secretarissen van de congregaties van de Romeinse Curie, alsmede degenen die tot kardinaal worden verheven maar op dat moment nog geen bisschop zijn.


Kledij en attributen

Een aartsbisschop voert dezelfde attributen als een bisschop, namelijk een kromstaf, een mijter, een ring en een borstkruis. Een aartbisschop die tevens metropoliet is mag daarnaast, als teken van zijn verbondenheid met de Paus, tijdens liturgievieringen het pallium dragen, maar alleen binnen zijn eigen ambtsgebied.


Titulatuur

- Adressering: Zijne Hoogwaardige Excellentie, Monseigneur [naam]
- Aanhef: Hoogwaardige Excellentie, Monseigneur
- Aanspreektitel: Monseigneur


Heraldiek

Een aartsbisschop mag net als een bisschop boven het schild een groene prelatenhoed voeren, die ter aanduiding van zijn eigen rang aan weerszijden voorzien mag zijn van telkens 10 en dus in totaal 20 groene kwasten.

Bovendien mag een aartsbisschop in plaats van het gewone processiekruis een twee-armig processiekruis achter zijn wapenschild plaatsen. Een metropoliet mag het pallium om het schild hangen. Een legatus natus mag in plaats van een groene, een rode hoed met in totaal 20 rode kwasten voeren.


Wapen van aartsbisschop Lackner van Salzburg
Wapen van de aartsbisschop van Salzburg,
Mag. Dr. Franz Lackner OFM
met rode hoed en 20 rode kwasten


Niet voorgeschreven, maar wel gebruikelijk is dat een aartsbisschop ook een wapenspreuk kiest, die dan vermeld wordt op een lint onder het schild.


Links en bronnen
- Wikipedia: Aartsbisschop NL - Archbishop GB - Erzbischof DE
- Catholic Encyclopedia: Archbishop (1907) US
- Oude foto's van hoge prelaten: The Far Sight US

Home > Rooms-Kath. Kerk > De hiërarchie - naar boven
BISSCHOP


Centraal in de hiërarchische structuur van de Kerk staan de bisschoppen. Zij zijn de rechtstreekse opvolgers van de eerste apostelen en daarom komen aan hen alle kerkelijke taken en bevoegdheden toe. De term bisschop komt van het Griekse woord episkopos dat opzichter, toezichthouder betekent.

De bisschop heeft herderlijke en bestuurlijke bevoegdheid over een aan hem toevertrouwd bisdom. Zaken met betrekking tot een bisdom worden aangeduid met de term diocesaan. De van oudsher vaak ruime en fraaie ambtswoning van een bisschop wordt een bisschoppelijk paleis genoemd. In 2013 telde de Kerk ruim 2200 residerende bisschoppen en ca. 3000 titulaire bisschoppen.


Taken

Een bisschop heeft als taak het verkondigen van het geloof, het heiligen van de gelovigen en het besturen van de aan hem toevertrouwde geloofsgemeenschap.


Titulair bisschop

Bisschoppen die geen eigen bisdom besturen worden benoemd tot titulair bisschop van een niet meer bestaand bisdom. Omdat deze vaak liggen in gebieden waar het Christendom verdwenen is, werden titulaire bisschoppen vroeger aangeduid als bisschop "in het gebied der ongelovigen" (Lat.: in partis infidelium, afgekort i.p.i.).

Tot titulair bisschop worden benoemd: hulpbisschoppen en coadjutors (opvolgers) van residerende bisschoppen en aartsbisschoppen alsmede apostolische vicarissen in missiegebieden.

In Nederland is er één verdwenen bisdom waarvan de titel soms nog wordt toegekend, namelijk Maastricht. Zo werd Joannes Gijsen na zijn aftreden als bisschop van Roermond benoemd tot titulair bisschop van Maastricht.

In België worden de titels van de voormalige bisdommen Ieper en Tongeren soms nog toegekend. Zo werd Jean Kockerols in 2011 benoemd tot hulpbisschop van het aartsbisdom Mechelen-Brussel met Ieper als titulair bisdom.


Hulpbisschop

Hulpbisschoppen zijn bisschoppen die de residerende bisschop bijstaan, met name op het gebied van de sacramenten. Omdat hij de bisschopswijding heeft ontvangen kan ook de hulpbisschop de aan een bisschop voorbehouden sacramenten bedienen. Een hulpbisschop bezit echter geen bestuursmacht, tenzij hij tevens tot vicaris(-generaal) benoemd is.


Kledij en attributen

Een bisschop voert als tekenen van zijn ambt een bisschopelijke herdersstaf of kromstaf. Deze voert hij alleen bij liturgische vieringen met zich mee en wel met de krul naar buiten toe, ten teken van zijn herderlijke gezag over zijn bisdom. Voorts draagt een bisschop een mijter, een bisschopsring en een borstkruis (Lat.: pectorale).

Tijdens liturgievieringen wordt het borstkruis aan een goud-groen koord gedragen. In de dagelijkse praktijk wordt het aan een eenvoudige ketting gedragen en vaak in de borstzak van het overhemd gedaan, zodat alleen de schuinweglopende ketting te zien is. Vroeger droegen bisschoppen ook een breedgerande bolle hoed, maar deze werd beneden de grote rivieren door alle geestelijken gedragen.

Als koorkledij dragen bisschoppen een rochet (halflang en met kant versierd wit koorhemd met smalle mouwen) over een paarse toog (soutane) met paarse sjerp, met hieroverheen een paarse schoudermantel (mozzetta), alles voorzien van een paarse zoom en paarse knopen. Als hoofddeksel kan hierbij een paarse bonnet met een paarse pompoen worden gedragen.


Titulatuur

- Adressering: Zijne Hoogwaardige Excellentie, Monseigneur [naam]
- Aanhef: Hoogwaardige Excellentie, Monseigneur
- Aanspreektitel: Monseigneur


Heraldiek

Een bisschop mag boven zijn wapenschild een groene prelatenhoed voeren met aan weerszijden telkens 6 en dus in totaal 12 groene kwasten. Bovendien mag hij een gewoon eenarmig processiekruis achter het schild plaatsen.

Niet voorgeschreven, maar wel gebruikelijk is dat een bisschop ook een wapenspreuk kiest, die dan vermeld wordt op een lint onder het schild.


Links en bronnen
- Wikipedia: Bisschop NL - Bishop GB - Bischof DE
- Oude foto's van hoge prelaten: The Far Sight US

Home > Rooms-Kath. Kerk > De hiërarchie - naar boven
LAGERE PRELATEN


De term prelaat is een verzamelnaam voor alle hogere geestelijken die de gewone kerkelijke jurisdictie (bestuursbevoegdheid) bezitten. De meest voorkomende prelaten zijn dus de bisschoppen en aartsbisschoppen, maar bijvoorbeeld ook abten en hoge oversten die een vergelijkbare jurisdictie over hun kloosters en religieuze gemeenschappen hebben.

Daarnaast zijn er nog enkele ambtsdragers die wel jurisdictie bezitten, maar geen bisschop zijn. Dit worden lagere prelaten genoemd. Tenslotte is er nog de eretitel Ereprelaat van Zijne Heiligheid die aan zeer verdienstelijke priesters kan worden verleend.


Territoriale prelaturen

Een territoriale prelatuur is een gebied dat onder leiding staat van een prelaat en niet onder een bisdom valt, maar rechtstreeks onder de jurisdictie van de Paus valt. De prelaat van een territoriale prelatuur wordt traditioneel ook wel een Prelaat Nullius genoemd, wat aangeeft dat hij een prelaat zonder bisdom in de gebruikelijke zin is. In 2013 waren er in de Rooms-Katholieke Kerk 44 territoriale prelaturen. Een voorbeeld is het Italiaanse bedevaartsoord Loreto.


Personele prelaturen

In plaats van jurisdictie over een bepaald gebied, heeft de prelaat van een persoonlijke prelatuur zeggenschap over de personen die tot deze prelatuur behoren, ongeacht waar ze zich bevinden. Tot nu toe is de enige persoonlijke prelatuur die van het Opus Dei, die in 1982 door paus Johannes Paulus II werd opgericht. In 2012 omvatte de personele prelatuur van het Opus Dei ruim 91.000 personen, waaronder ca. 2000 priesters.


Titulatuur

- Adressering: Zijne Hoogwaardige Excellentie, Monseigneur
- Aanhef: Hoogwaardige Excellentie, Monseigneur
- Aanspreektitel: Monseigneur


Heraldiek

Een prelaat nullius mag net als een gewone bisschop boven zijn wapenschild een groene prelatenhoed voeren met aan weerszijden telkens 6 en dus in totaal 12 groene kwasten. Hij mag echter geen processiekruis achter het schild plaatsen.


Links en bronnen
- Wikipedia: Prelatuur NL - Prelate GB
- Catholic Encyclopedia: Prelate (1911) US

Home > Rooms-Kath. Kerk > De hiërarchie - naar boven
VICARISSEN


Vicarissen zijn priesters die de bisschop bijstaan in het besturen van het bisdom en zo nodig met speciale toestemming ook enkele sacramentele taken kunnen overnemen. Dit laatste gebeurd met name voor het toedienen van het Vormsel. Het woord vicaris komt van het Latijnse vicarius dat plaatsvervanger betekent.

Er zijn zowel vicarissen-generaal als bisschoppelijke vicarissen en samen vormen zij de Bisschopsraad die de bisschop adviseert over het beleid voor zijn bisdom. Het ambt van vicaris-generaal en van bisschoppelijk vicaris kan worden uitgeoefend door een priester of door een hulpbisschop. Beiden verliezen hun ambt van rechtswege zodra de bisschop aftreedt of overlijdt.

Volgens het kerkelijk wetboek dient er altijd een vicaris te zijn die optreedt als kerkelijk rechter en alszodanig de titel officiaal voert.


Vicarissen-generaal

Een vicaris-generaal is de plaatsvervanger van de bisschop en is alszodanig bevoegd om de uitvoerende macht van de bisschop over het gehele bisdom uit te oefenen.


Bisschoppelijke vicarissen

Naast de vicaris-generaal kan een bisschop naar behoefte een of meerdere bisschoppelijke vicarissen benoemen. Ook zij beschikken over de uitvoerende macht van de bisschop, maar dan beperkt tot een geografisch gedeelte van het bisdom, of tot een bepaald beleidsterrein, zoals bijvoorbeeld religieus leven of gelovigen van een andere rite.


Titulatuur

- Adressering: De Hoogwaardige Heer, Monseigneur [naam]
- Aanhef: Hoogwaardige Heer, Monseigneur
- Aanspreektitel: Monseigneur


Heraldiek

Vicarissen mogen, net als dekens, boven hun wapenschild een zwarte prelatenhoed met aan weerszijden telkens 2 en dus in totaal 4 afhangende zwarte kwasten voeren.

Vicarissen-generaal mogen de zwarte prelatenhoed met aan weerszijden 3 en dus in totaal 6 afhangende kwasten voeren.


Oorsprong en ontwikkeling

Reeds in de vroeger middeleeuwen benoemden bisschoppen plaatsvervangers om in hun naam het bisdom of delen daarvan te beheren. Omdat bisdommen met name in Noord-West Europa aanvankelijk behoorlijk uitgestrekt waren, waren deze vaak verdeeld in aartsdiakonaten die onder leiding stonden van een aartsdiaken.

De aartsdiaken was doorgaans een priester, die echter vergelijkbare bevoegdheden had als de bisschop. Vaak werden zij niet door de bisschop benoemd, maar door het kathedrale kapittel of ook wel door de koning of een vergelijkbare wereldlijke machthebber.

Het Concilie van Trente maakte in 1553 een einde aan de nagenoeg onafhankelijke macht van de regionale aartsdiakens. Sindsdien is aartsdiaken niet veel meer dan een eretitel die aan een lid van een kathedraal kapittel wordt toegekend. Hun oorspronkelijke functie als plaatsvervanger van de bisschop werd overgenomen door de vicaris-generaal.


Links en bronnen
- Wikipedia: Vicaris-generaal NL - Vicar general GB - Archdeacon GB

Home > Rooms-Kath. Kerk > De hiërarchie - naar boven
DEKENS


Dekens zijn priesters die een coördinerende rol hebben voor een uit meerdere parochies bestaande regio van een bisdom. De term deken is afgeleid van dekenaat, wat op zijn beurt komt van het Latijnse decanatus, een gebied van (ongeveer) 10 parochies.

Een deken is altijd priester binnen het betreffende dekenaat, meestal de pastoor van een daarin gelegen parochie. De deken wordt, eventueel op voorstel van een dekenale raad, benoemd door de bisschop.


Taak

De belangrijkste taak van een deken is het bevorderen van de zielzorg door middel van coördinatie van de onder zijn zorg staande parochies. Daarnaast fungeert de deken ook als schakel tussen de parochies en het bisdom.


Titulatuur

- Adressering: Aan de Hoogeerwaarde heer [naam]
- Aanhef: Hoogeerwaarde heer
- Aanspreektitel: Mijnheer deken


Heraldiek

Dekens mogen boven hun wapenschild een zwarte prelatenhoed voeren met aan weerszijden telkens 2 en dus in totaal 4 afhangende zwarte kwasten.


Links en bronnen
- Wikipedia: Deken NL

Home > Rooms-Kath. Kerk > De hiërarchie - naar boven
PASTOORS


Pastoors zijn priesters die de leiding hebben over een parochie en aldaar, namens de bisschop, zorg dragen voor het verkondigen, heiligen en besturen van de gelovigen (parochianen). Van oudsher woont een pastoor in de pastorie naast de parochiekerk.

Een pastoor oefent zijn ambt uit in naam en onder verantwoordelijkheid van een bisschop. Zodra een pastoor zijn ambt ingenomen heeft, kan de bisschop hem zonder zijn toestemming niet meer overplaatsen, behoudens bijzondere omstandigheden of het neerleggen van zijn ambt. In 2013 telde de Kerk naar schatting 220.000 pastoors.

De pastoor van een kathedraal, waar de zetel van de bisschop staat, heet een plebaan en een priester die is aangesteld voor de zielzorg bij een kapel of heiligdom voert de titel rector. Dat laatste is ook de eretitel voor de pastoor van een kerk die tot basiliek verheven is.


Taken

Een pastoor heeft, afgezien van de volmacht om de heilige wijdingen te verrichten, in zijn parochie de volledige jurisdictie. Voor het toedienen van het sacrament van het Vormsel en de wijding van de heilige oliën is echter een bijzondere toestemming van de bisschop nodig.


Kledij

Voor alle priesters is het dragen van de witte priesterboord verplicht. Velen dragen deze als onderdeel van een zwart of grijs priesterhemd onder een zwart of grijs pak (het zogeheten clergyman). Oudere en/of wat meer progressieve priesters dragen echter ook wel gewone burgerkleding, met in plaats van de priesterboord een reversspeldje in de vorm van een kruisje.

Als kledij voor bijzondere gelegenheden mag een pastoor een zwarte toog (soutane) met zwarte zoom, zwarte knopen en een zwarte sjerp dragen. Dit was tot 1962 de gebruikelijke kledij voor een priester.

Als koorkledij draagt hij daaroverheen een superplie (halflang wit koorhemd met wijde mouwen) en als hoofddeksel kan hierbij een zwarte bonnet worden gedragen, eventueel voorzien van een zwarte pompoen.


Titulatuur

- Adressering: De Zeereerwaarde Heer [naam]
- Aanhef: Zeereerwaarde Heer
- Aanspreektitel: Mijnheer Pastoor/Rector


Heraldiek

Pastoors en rectors mogen net als alle priesters boven hun wapenschild een zwarte prelatenhoed met aan weerszijden telkens 1 en dus in totaal 2 afhangende zwarte kwasten voeren.


Links en bronnen
- Wikipedia: Pastoor NL
- De Nederlandse Vereniging van Pastoraal Werkenden NL
- Explizit.net: Priester: Der Machtblock in der katholischen Kirche DE

Home > Rooms-Kath. Kerk > De hiërarchie - naar boven
KAPELAANS


Kapelaans zijn priesters die de pastoor van een parochie assisteren. Omdat een kapelaan de priesterwijding heeft ontvangen, mag hij alles doen wat de pastoor ook mag, zij het onder diens verantwoordelijkheid.

In Vlaanderen wordt een kapelaan veelal onderpastoor genoemd. De officiële kerkrechtelijke benaming van dit ambt is parochievicaris. In 2003 telde de Rooms-Katholieke Kerk naar schatting 50.000 kapelaans.


Titulatuur

- Adressering: De Weleerwaarde Heer [naam]
- Aanhef: Weleerwaarde Heer
- Aanspreektitel: Mijnheer Kapelaan


Heraldiek

Kapelaans mogen net als alle priesters boven hun wapenschild een zwarte prelatenhoed met aan weerszijden telkens 1 en dus in totaal 2 afhangende zwarte kwasten voeren.


Oorsprong en ontwikkeling

Sinds de vroege middeleeuwen was kapelaan de aanduiding voor een priester die verbonden was aan een kapel (tegenwoordig rector geheten). Sinds de Napoleontische tijd is de term kapelaan de gangbare benaming geworden voor een priester die als assistent van een pastoor fungeert.

In tijden dat er nog voldoende priesters waren hadden veel kerken naast de pastoor één of zelfs meerdere kapelaans. Deze woonden net als de pastoor in de pastorie, al beschikten ze in Limburg ook wel over een aparte kapelanie.

Als gevolg van het toenemende priestertekort in de Westerse wereld beschikken steeds minder kerken over een kapelaan. Tegenwoordig komen kapelaans wel weer terug in gefuseerde parochieverbanden, waar zij de assistentie vormen voor een pastoor die de verantwoordelijkheid voor meerdere kerken heeft.


Home > Rooms-Kath. Kerk > De hiërarchie - naar boven
DIAKENS


Diakens assisteren de pastoor van een parochie en hebben met zorg name voor de behoeftigen in de parochie. Een diaken wordt net als een priester gewijd door de bisschop.

Anders dan voor alle andere ambten die zijn voorbehouden aan hen die een wijding hebben ontvangen, staat het ambt van diaken ook open voor gehuwde mannen van rijpere leeftijd (Lat: viri probati).

Een persoon die tot diaken is gewijd in afwachting van zijn priesterwijding wordt een 'transeunt diaken' genoemd, de anderen zijn permanente diakens.


Taken

Een diaken mag krachtens zijn wijding tijdens de eucharistieviering het Evangelie voorlezen en de preek houden, alsmede de geloofsleer uitleggen (catechese), het sacrament van de Doop en sacramentalia toedienen.


Titulatuur

- Adressering: Eerwaarde Heer [naam]
- Aanhef: Eerwaarde Heer
- Aanspreektitel: Mijnheer


Heraldiek

Omdat het diakenambt een opnieuw ingevoerd ambt is, is er voorzover bekend nog geen regeling over de heraldische tekenen die een diaken mag voeren. Uitgaande van de systematiek van de kerkelijke heraldiek zou een diaken eventueel alleen de prelatenhoed, dus zonder kwasten eraan kunnen voeren.


Oorsprong

Voor het diakenschap bestaat een aparte wijding, die in onbruik was geraakt, maar die door Het Tweede Vaticaans Concilie, in de dogmatische constitutie Lumen Gentium, als zelfstandig ambt in ere is hersteld.


Links en bronnen
- Wikipedia: Diaken NL

Home > Rooms-Kath. Kerk > De hiërarchie - naar boven
PASTORAAL WERKERS


Pastoraal werkers zijn lekengelovigen die een theologische opleiding op HBO of universitair niveau hebben afgerond. Omdat voor deze functie geen wijding vereist is, kunnen zij zowel door mannen als door vrouwen vervuld worden en eveneens door personen die gehuwd zijn.



Drie pastoraal werkers gekleed in een kovel met een
driehoekige lectorenkraag in de liturgische kleur
(foto: www.rkwalcheren.nl, 2010)


Pastoraal werkers komen vooral voor in Europese landen, waar zij niet zelden een belangrijke en soms zelfs centrale rol zijn gaan spelen in de parochies die als gevolg van het priestertekort geen eigen priester meer hebben.

Voor pastoraal werkers is de aanspreektitel 'pastor' in gebruik gekomen, hoewel deze officieel is voorbehouden aan gewijde personen. Het gebruik ervan voor pastoraal werkers wordt dan ook door de kerkleiding afgekeurd.


Taken

Na het verkrijgen van een bisschoppelijke zending mogen pastoraal werkers een pastoor bijstaan in de verkondiging en in de zorg voor de behoeftigen van een parochie. In het verleden werd aan pastoraal werkers regelmatig toestemming verleend om het sacrament van de Doop te mogen toedienen, maar dit gebeurt tegenwoordig steeds minder.


Kledij

Pastorale werkers dragen doorgaans gewone burgerlijke kleding, zij het dat daar als uiting van hun functie vaak een speld of een hanger met een kruisje bij gedragen wordt.

Tijdens de liturgie dragen pastoraal werkers vaak een zogeheten gebedsmantel. Dat is een wijde mantel die lijkt op een kazuifel, maar doorgaans een neutrale lichte kleur heeft, terwijl een kazuifel altijd de voorgeschreven liturgische kleur heeft. Ook worden wel een monniksgewaad (kovel) of een albe gedragen.

Over hun gewaad heen dragen pastoraal werkers een driehoekige lectorenkraag of een stola in de liturgische kleur. Omdat de stola is voorbehouden aan gewijde ambtsdragers, is het gebruik ervan door pastorale werkers officieel echter niet toegestaan.


Titulatuur

- Adressering: De heer/mevrouw [naam]
- Aanhef: Mijnheer/Mevrouw/Pastor
- Aanspreektitel: Mijnheer/Mevrouw/Pastor


Heraldiek

Omdat deze functie van recente datum is, zijn er geen speciale heraldische onderscheidingstekens, anders dan die voor burgers in het algemeen. Het komt echter zeer zelden voor dat pastoraal werkers een wapen voeren.


Links en bronnen
- Wikipedia: Pastoraal werker NL
- De Nederlandse Vereniging van Pastoraal Werkenden NL

Home > Rooms-Kath. Kerk > De hiërarchie - naar boven
CATECHISTEN


Catechisten vervullen vaak vergelijkbare taken als pastorale werkers, maar dan ter assistentie van priesters (missionarissen) in missiegebieden.

Omdat voor deze functie geen wijding vereist is, kan hij zowel door mannen als door vrouwen vervuld worden, en eveneens door personen die gehuwd zijn.

Vanwege hun werk in missiegebieden lag en ligt de nadruk van het werk van een catechist op het geloofsonderricht (catechese), maar wordt ook wel gewoon onderwijs gegeven.

Op 11 mei 2021 herstelde paus Franciscus de functie van catecheet in ere als een kerkelijk lekenambt. Er zal ook een liturgisch ritueel komen waarmee catechisten een kerkelijke zending krijgen.


Titulatuur

- Adressering: De heer/mevrouw [naam]
- Aanhef: Mijnheer/Mevrouw
- Aanspreektitel: Mijnheer/Mevrouw


Heraldiek

Omdat de functie van catechist van recente datum is, zijn er geen speciale heraldische onderscheidingstekens, anders dan die voor burgers in het algemeen. Het komt echter zeer zelden voor dat catechisten een wapen voeren.


Links en bronnen
- Arsacal.nl: Catechist zijn: een prachtige roeping! NL

Home > Rooms-Kath. Kerk > De hiërarchie - naar boven




Katholiek.org © april 2005 / januari 2021